De zeven grootste misverstanden over de griepprik

Niet waar. Griepvaccinatie voorkomt niet bij honderd procent van de mensen die hem gehad hebben dat zij griep krijgen. Soms komt dat doordat het vaccin te laat gegeven wordt. De griepprik is pas na twee weken voldoende effectief. Als u in de tussentijd besmet raakt, kunt u toch ziek worden.

Omdat het influenzavirus in de loop van de tijd steeds verandert, kan het ook voorkomen dat het vaccin dat is gemaakt niet geheel meer past bij het type influenzavirus dat op dat moment de griep veroorzaakt. De antistoffen die uw lichaam tegen het virus aanmaakt, werken dan niet optimaal. Vaccinatie is toch zinvol, omdat bij gevaccineerde mensen de griep meestal minder ernstig verloopt en minder vaak leidt tot opname in het ziekenhuis of tot overlijden.

Niet waar. Mensen die ouder dan zestig jaar zijn hebben een grotere kans om ernstig ziek te worden van de griep. Daarnaast zijn er andere groepen mensen die extra risico lopen om ernstig ziek te worden door griep of waarbij de griep voor ernstige complicaties kan zorgen. Dit geldt voor mensen met longziekten, hartziekten, diabetes en nierziekten. Daarnaast hebben mensen met weinig weerstand door andere ziekten of door een medische behandeling, verpleeghuisbewoners en instellingsbewoners met een verstandelijke handicap baat bij het griepvaccin. In veel ziekenhuizen wordt de griepprik ook aan het medisch personeel aangeboden. Niet omdat ze er zelf veel baat bij hebben, maar omdat het de kans op besmetting van ziekenhuispatiënten vermindert.

Niet waar. Het virus dat de griep veroorzaakt verandert ieder jaar. De samenstelling van het vaccin wordt dan ook elk jaar aangepast aan de virustypen die elders in de wereld griep veroorzaken. Daarom is het nodig elk jaar opnieuw gevaccineerd te worden. Wanneer u bent gevaccineerd en niet meer in aanraking komt met het influenzavirus, neemt de hoeveelheid antilichamen in de loop van de tijd af. Op een gegeven moment zijn er te weinig antilichamen om nog voldoende bescherming te bieden. Door jaarlijkse vaccinatie krijgt uw immuunsysteem telkens een zogenaamde boost en neemt de bescherming tegen influenza toe.

Niet waar. Tijdens een griepepidemie wordt in het ergste geval dertig procent van de mensen ziek. Het merendeel van de mensen krijgt dus ook tijdens de jaarlijkse griepepidemie geen griep. Bent u de afgelopen jaren niet ziek geweest, dan is dat echter geen garantie dat u geen griep krijgt. Bij gezonde mensen onder de zestig jaar is het nut van de griepprik niet aangetoond. Bij mensen boven de zestig jaar en specifieke risicogroepen heeft de griepprik wel nut. Bij hen leidt vaccinatie tot minder griepgevallen en tot minder ernstige complicaties van de griep. Deze risicogroepen krijgen een uitnodiging voor de vaccinatie van de huisarts.

Niet waar. De verschijnselen van de griep kunnen worden veroorzaakt door meerdere typen verkoudheidsvirussen. De kans bestaat dat een ander virus dan het influenzavirus de ziekteverschijnselen die voor griep worden aangezien heeft veroorzaakt. Wanneer dit het geval is, heeft u geen antistoffen ofwel immuniteit tegen het echte influenzavirus opgebouwd. Vaccinatie blijft dan noodzakelijk om wel beschermd te zijn.

Niet waar. In het verleden is tweemaal een specifiek merk influenzavaccin van de markt gehaald omdat er een toename was van zeldzame ernstige bijwerkingen. Met de vaccins die momenteel voor de jaarlijkse griepprik worden geproduceerd worden jaarlijks miljoenen mensen gevaccineerd. Aan deze vaccins worden hoge veiligheidseisen gesteld. Daarnaast worden eventuele bijwerkingen nauwkeurig geregistreerd en gedocumenteerd. Uit deze veiligheidsregistratie zijn geen ernstige en verontrustende bijwerkingen ontdekt.

Omdat influenzavaccins nog steeds geproduceerd worden met behulp van kippeneieren kunnen er sporen kippeneiwit in het vaccin zitten. Dit kan bij mensen die hiervoor allergisch zijn een ernstige overgevoeligheidsreactie uitlokken. Een bekende allergie voor kippeneiwit is daarom een reden om geen griepprik te halen (contra-indicatie).