Article header

Buikpijn bij kinderen

Buikpijn komt veel voor bij kinderen. Eén op elke tien kinderen heeft er regelmatig last van. Bij buikpijn is er sprake van pijn in het gebied onder de ribbenkast, tot aan de schaamstreek.

Acute en chronische buikpijn

text image

Er wordt onderscheid gemaakt in acute buikpijn en chronische buikpijn. Acute buikpijn is buikpijn die plotseling ontstaat en korter dan een week duurt. Chronische buikpijn is continu aanwezige buikpijn of komt steeds terug; ten minste één keer per week gedurende ten minste twee maanden.

De oorzaken van acute buikpijn zijn:

  • een maagdarminfectie door een virus, bacterie of parasiet (bijvoorbeeld wormen);
  • een blindedarmontsteking;
  • een blaasontsteking;
  • een andere infectie (bijvoorbeeld een oorontsteking kan bij peuters ook buikpijn geven);
  • menstruatiepijn.


Lichamelijke oorzaken van chronische buikpijn zijn:

  • verstopping;
  • coeliakie (glutenintolerantie);
  • voedselovergevoeligheid (bijvoorbeeld voor melkproducten);
  • maagklachten door irritatie van het maagslijmvlies.


Soms geen lichamelijke oorzaak

Bij zestig procent van de chronische gevallen van buikpijn blijkt er geen duidelijke lichamelijke oorzaak te zijn die de klachten verklaart. Artsen spreken dan van functionele buikpijn. Vaak spelen spanningen een rol. Drukte, stress en zorgen geven ook spanning in de darmen. Sommige kinderen zijn hier extra gevoelig voor.

Wat kunt u zelf doen aan buikpijn bij kinderen?

Het hangt af van de oorzaak van de buikpijn wat u zelf kunt doen. Een maagdarminfectie door een virus of bacterie gaat meestal vanzelf weer over. Wanneer er hierbij ook sprake is van diarree en/of braken is het belangrijk om uitdroging te voorkomen. Geef uw kind voldoende te drinken. Denk ook aan de hygiëne om verspreiding van de ziekteverwekker te voorkomen. Ter voorkoming van uitdroging bij diarree en braken kan ORS (oral rehydration salt) worden gebruikt.

Wanneer er sprake is van verstopping is het belangrijk dat uw kind genoeg drinkt, voldoende vezels binnenkrijgt en minimaal een uur per dag intensief beweegt. U kunt met uw arts overleggen of een laxeermiddel aangewezen is.

 

Bij coeliakie en andere voedselovergevoeligheden moet uw kind bepaalde voedingsmiddelen mijden. Ook bij maagklachten moeten voedingsmiddelen worden vermeden die niet goed worden verdragen.

In het geval van functionele buikpijn is het belangrijk veel met uw kind te praten; zo kunt u wellicht achterhalen wat de spanning veroorzaakt en daar een oplossing voor zoeken. Het bijhouden van een buikpijndagboek kan zinvol zijn, daarin kan ook de stoelgang worden bijgehouden. Verder is gezonde voeding met voldoende vezels, voldoende vocht en voldoende lichaamsbeweging van belang.

U kunt uw kind paracetamol geven bij buikpijn om de klachten te verminderen.

Bij menstruatiepijn helpen  pijnstillers die behoren tot de groep nsaid’s (diclofenac, ibuprofen en naproxen) beter dan paracetamol. 

In de volgende gevallen kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts:

  • Als uw kind suf wordt.
  • Als de buikpijn steeds erger wordt.
  • Als de buikpijn verergert als uw kind beweegt.
  • Als uw kind braakt en/of diarree heeft en niet drinkt (uitdroging bij een maagdarminfectie).
  • Wanneer u bloed en slijm in de ontlasting van uw kind ziet.
  • Wanneer uw kind koorts bij de buikpijn krijgt (wijst op een infectie).
  • Wanneer uw kind buikpijn rechts in de onderbuik heeft (wijst op een blindedarmontsteking).
  • Wanneer uw kind pijn in de onderbuik heeft met pijn bij het plassen en/of bloed in de urine (wijst op een blaasontsteking).
  • Ook wanneer u zich ongerust maakt, bijvoorbeeld wanneer uw kind opeens heftige buikpijn heeft of wanneer uw baby onophoudelijk huilt, kunt u de huisarts gerust bellen.