Er worden 2 soorten bronchitis onderscheiden: acute en chronische.

• Acute bronchitis ontstaat meestal na een verkoudheid of griep. Deze ontsteking gaat na een tijdje weer over. In sommige gevallen wordt acute bronchitis veroorzaakt door een bacterie of een bacteriële infectie. Dan heb je een longontsteking. In deze gevallen kan een arts een antibioticumkuur voorschrijven.
• Bij chronische bronchitis heb je een blijvende ontsteking. Dit wordt niet veroorzaakt door een virus of bacterie, maar vaak door roken. Daarbij kan je bepaalde periodes geen of nauwelijks klachten hebben, maar komt het plotseling en krijg je ineens veel last van slijmvorming en hoesten. Chronische bronchitis valt onder de aandoening COPD. 

De klachten bij acute en chronische bronchitis zijn gelijk, met enkele belangrijke verschillen. Bij acute bronchitis duren de klachten meestal maximaal 2 weken, terwijl deze bij chronische bronchitis langer kunnen aanhouden en vaker terugkomen of zelfs blijven. Bij chronische bronchitis kunnen de symptomen ook leiden tot vermindering van spierkracht en gewichtsverandering. Bij acute bronchitis komt dit niet voor.

De belangrijkste symptomen zijn:

• Hoesten, vaak met slijmproductie;
• Benauwdheid en/of een drukkend gevoel op de borst;
• Vermoeidheid;
• Kortademigheid en een piepende ademhaling.

• Neem voldoende rust.
• Drink voldoende water, vooral als je koorts hebt.
• Eet gezond en gevarieerd.
• Voorkom irritatie van je longen. Zorg dat je niet (mee)rookt en gebruik een mondmasker tegen sterk irriterende geuren, zoals verflucht en de geur van schoonmaakmiddelen.
• Stomen met warme, vochtige lucht kan helpen. Het maakt het slijm in je longen losser en verlicht je klachten.
• Gebruik een slijmoplossend hoestmiddel met acetylcysteïne.
• Slik je antibiotica? Maak de kuur dan helemaal af. Je voorkomt dan dat je bacteriën bestand raken (resistent) tegen het antibioticum.

Als je een longaandoening hebt, zoals astma of COPD, kun je ook acute bronchitis krijgen. Klachten zoals benauwdheid en hoesten, kunnen dan extra erg zijn. Dan heb je een longaanval. De medicijnen die je gebruikt bij astma of COPD, proberen longaanvallen zoveel mogelijk te voorkomen. Bij een longaanval is de kans groot dat je longen versneld achteruitgaan en zelfs in het ziekenhuis kan belanden.

Heb je regelmatig (minimaal 2 keer per jaar) last van verergeringen van je klachten, overleg dan met je arts of apotheker of de medicijnen die je gebruikt nog wel voldoende is.