Article header

Botontkalking, niet alleen bij vrouwen na de overgang

Osteoporose, ofwel botontkalking, staat bekend als een kwaal bij vrouwen na de overgang. Hoewel leeftijd en geslacht inderdaad de belangrijkste risicofactoren zijn voor het krijgen van botontkalking, zijn er ook een aantal andere oorzaken.

Bij osteoporose wordt er meer bot afgebroken dan aangemaakt. Er zijn meer risicogroepen voor osteoporose dan alleen vrouwen na de overgang

Wat is botontkalking?

text image

De botten vormen samen het skelet en zorgen voor stevigheid in uw lichaam. Naast bestand tegen een hoge druk, moeten de botten ook enigszins flexibel zijn omdat ze anders te snel breken. Botten bestaan daarom deels uit elastisch collageen en voor een groot deel uit harde afzettingen van calcium (kalk) en fosforzouten. Oud botweefsel wordt voortdurend afgebroken en weer opnieuw opgebouwd door speciale botcellen.

Soms zijn de afbraak en opbouw van bot niet meer in evenwicht. Er wordt dan minder bot aangemaakt dan er wordt afgebroken. We noemen dat botontkalking. Op den duur wordt hierdoor de stevigheid van het bot aangetast. Het gevolg is een grotere kans op botbreuken. Met name de botten in de wervelkolom, heup en pols zijn gevoelig voor botontkalking. In de ruggenwervels ontstaan vaak de eerste breuken als gevolg van botontkalking. Dit uit zich in inzakkingen van de ruggenwervels, waardoor de wervelkolom korter wordt. Hierdoor worden oudere mensen vaak kleiner. Inzakkingen van de ruggenwervels kunnen ook rugpijn en bewegingsproblemen veroorzaken.

Hoe wordt de diagnose botontkalking gesteld?

Helaas wordt er meestal pas onderzoek naar botontkalking gedaan wanneer iemand al iets gebroken heeft of na een plotselinge wervelinzakking. Wanneer sprake is van botontkalking is de hoeveelheid kalkzouten en daarmee de dichtheid van het bot sterk verminderd. Dit kan worden gemeten met een zogenaamde DEXA-scan (dual energy X-ray absorptiometry). Dit is een techniek waarbij met behulp van röntgenstraling de botdichtheid in uw heup en wervelkolom worden gemeten. Ligt de gevonden meetwaarde ver onder de zogenaamde piekbotmassa, dat is de maximale botdichtheid tussen het twintigste en dertigste levensjaar, dan is er sprake van botontkalking.

Bij wie komt botontkalking vaker voor?

Botbreuken door botontkalking komen vaak voor en zorgen voor veel ziekenhuisopnames en kosten voor de gezondheidszorg. Er zijn een aantal risicofactoren aan te wijzen voor een hogere kans op botontkalking.

Deze zijn:

  • Ouderdom, bij vrouwen na de menopauze (rond het vijftigste jaar) en bij mannen boven de zeventig jaar.
  • Heupbreuk bij moeder (erfelijkheid).
  • Vrouwelijk geslacht. Vrouwen hebben meer kans op botontkalking dan mannen, omdat ze een lagere piekbotmassa hebben en tijdens en na de overgang sneller bot verliezen.
  • Roken en meeroken.
  • Overmatig alcohol drinken (meer dan drie eenheden per dag).
  • Onvoldoende lichaamsbeweging, waaronder ook immobiliteit na een operatie.
  • Te laag gewicht; een Body Mass Index (BMI) lager of gelijk aan 19.
  • Bepaalde ziekten, zoals een verhoogde schildklierwerking (hyperthyreoïdie) en een verhoogde bijnierwerking (syndroom van Cushing).
  • Gebruik van bepaalde geneesmiddelen, met name schildklierhormonen en corticosteroïden (prednisolon), maar ook maagzuurremmers en antihormonen.
  • Eetstoornissen.
  • Onvoldoende opname van vitamine D en calcium uit de voeding.

Wat kunt u zelf doen?

Een aantal risicofactoren voor het krijgen van botontkalking kunt u zelf beïnvloeden. Regelmatig bewegen, waarbij u uw botten belast, zorgt voor sterkere botten. Zorg ook dat u elke dag bij daglicht ten minste een kwartier tot half uur buiten bent met onbedekte handen en hoofd, zodat uw huid voldoende vitamine D kan aanmaken. Voldoende inname van calcium met uw voeding beschermt uw botten tegen botontkalking. Calciumrijk zijn bijvoorbeeld melk, melkproducten, kaas, groente, noten en peulvruchten. Er zijn ook voedingsmiddelen verkrijgbaar die zijn verrijkt met calcium. Krijgt u onvoldoende calcium of vitamine D binnen, dan kunt u ook overwegen dit als voedingssupplement te nemen.

Melk, wel of niet goed?

Alhoewel de huisartsenrichtlijn en het Voedingscentrum nog steeds aanbevelen om voldoende melk te drinken als bron van calcium, zijn er ook wetenschappers die dit afraden. In een grootschalig Zweeds onderzoek dat in 2014 in een toonaangevend medisch wetenschappelijk blad werd gepubliceerd, werd gevonden dat het drinken van drie of meer glazen melk per dag tot meer botbreuken en een hogere sterfte leidt dan minder melk drinken. De consumptie van gefermenteerde zuivelproducten, zoals yoghurt, karnemelk, kaas en kwark bleek juist het risico op botontkalking en sterfte te verminderen. Over de waarde van dit onderzoek voor de aanbevelingen voor een gezonde voeding wordt nog volop gediscussieerd door wetenschappers.

Bron:

  • Michaëlsson K e.a. Milk intake and risk of mortality and fractures in women and men: cohort studies. BMJ. 2014 Oct 28;349:g6015

De behandeling van botontkalking

Is eenmaal botontkalking bij u vastgesteld, dan blijven de aanbevelingen voor een leefstijl met voldoende beweging en inname van calcium en vitamine D van kracht. Daarnaast krijgt u waarschijnlijk medicijnen die de opname van kalk in uw botten bevorderen. Deze medicijnen, de bisfosfonaten, zoals alendroninezuur en risedroninezuur, moet u meestal eenmaal per week op de nuchtere maag slikken en gedurende minimaal vijf jaar doorgebruiken. Sommige mensen krijgen buikpijn, zuurbranden of pijn in de slokdarm van deze medicijnen. Deze bijwerkingen zijn voor een belangrijk deel te voorkomen door na inname ten minste een half uur lang niet te gaan liggen. Wanneer u het medicijn niet kunt verdragen, bestaat ook de mogelijkheid een vergelijkbaar medicijn eenmaal per jaar als infuusje toegediend te krijgen.