Wat is er aan de hand?
Patiënten en apothekers worden dagelijks geconfronteerd met geneesmiddelentekorten. Bij een geneesmiddeltekort is een bepaald geregistreerd geneesmiddel (tijdelijk) niet of onvoldoende beschikbaar. De KNMP neemt al jaren waar dat een zeer groot aantal geneesmiddelen niet leverbaar is. Dit heeft een grote impact op zowel de patiënt als de apotheker. Patiënten moeten dan wisselen van geneesmiddel. Apothekers zijn veel tijd kwijt aan het zoeken van een oplossing voor en het afhandelen van de tekorten.
Wij proberen er alles aan te doen om u in ieder geval van medicatie te voorzien. Dat kan een middel zijn:
- van een ander merk;
- een andere stekte zodat u of een halve of bijvoorbeeld twee tabetten per keer in moet nemen;
- of een ander samenstelling (dit is overlegd met de voorschrijver);
of import uit het buitenland;
Al deze extra extra werkzaamheden kosten ons ongeveer 3 uur extra werk per dag. Heeft u vragen over een wijziging, stel die dan gerust. wanneer een middel langer dan een week niet leverbaar is dan zoeken we gelijk een alternatief, omdat in praktijk blijkt dat de verwachte leverdatum niet gehaald wordt en het middel veel langer in nazending staat dan gemeld.
Tekort aan geneesmiddelen in Nederland vorig jaar groter dan ooit
Het tekort aan geneesmiddelen in Nederland was in 2023 groter dan ooit, zegt apothekersorganisatie KNMP. Uit onderzoek van de organisatie blijkt dat 5 miljoen van de 13 miljoen medicijngebruikers in Nederland daar de gevolgen van hebben ervaren.
In totaal registreerde de organisatie 2292 keer een tekort in 2023, een forse stijging ten opzichte van een jaar eerder, toen het aantal tekorten 1514 was. De KNMP registreert officieel een tekort als een medicijn minimaal veertien dagen landelijk niet verkrijgbaar is. Het gemiddelde medicijntekort duurde vorig jaar 107 dagen.
Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen voor de tekorten, zegt de KNMP. In 56 procent van de gevallen werd er geen oorzaak opgegeven door de fabrikant. In andere gevallen is er sprake van onder meer distributie- en productieproblemen of een toegenomen vraag.
Voorkeursmiddel
Volgens de branchevereniging speelt echter ook mee dat Nederland door lage prijzen en het relatief beperkte inwoneraantal niet als een aantrekkelijke markt worden gezien voor de fabrikanten.
Dat heeft te maken met het preferentiebeleid, wat inhoudt dat zorgverzekeraars een voorkeur hebben voor bepaalde geneesmiddelen. Als er meerdere geneesmiddelen zijn met dezelfde werkzame stof, kunnen zorgverzekeraars een van die geneesmiddelen aanwijzen als voorkeursmiddel.
De KNMP wil daarom dat het preferentiebeleid aangepast wordt, zodat er meer ruimte ontstaat voor fabrikanten. Ook wil de brancheorganisatie dat er op de langere termijn meer productie van medicijnen in Europa of Nederland zelf gaat plaatsvinden.
Ook de Europese Commissie maakt zich zorgen over de medicijntekorten in de Europese Unie. Komend jaar wil de commissie onderzoeken hoe groot de capaciteit is om in Europa zelf belangrijke medicijnen te produceren en innoveren. De afgelopen decennia zijn steeds meer medicijnfabrikanten gesloten en is de productie verplaatst naar landen buiten de EU.
Veel uitzoekwerk
Dat een medicijn niet voorradig is, betekent niet dat medicijngebruikers niets krijgen voorgeschreven. In bijna driekwart van de gevallen wordt een alternatief medicijn verstrekt, waarbij de patiënt overstapt op een ander merk geneesmiddel of een andere sterkte.
In 17 procent van de gevallen moet de patiënt overstappen op een ander soort medicijn. In slechts 1 procent van de gevallen is er helemaal geen alternatief beschikbaar.
Het wisselen van medicatie kost apothekers veel tijd, zegt de brancheorganisatie. Het vergt veel uitzoekwerk. Voor het aanpassen van uitgeschreven recepten moet bijvoorbeeld contact opgenomen worden met de artsen. Ook de uitleg aan de patiënten zelf kost extra tijd.